Een ontmoeting met het Orkest van het Gugak Centre in Seoul en met de komungospelers

Gewijzigd op : 27-6-12

Samenvatting voor SMartBe: Saltobeurs Brussel, 10 december 2011 Eerst en vooral een gelukkig 2012! En daarnaast wil ik SMartBe – en vooral Judith Verhoeven – bedanken voor de ondersteuning van onze artistieke onderzoeken.

III. Evaluatie van het verblijf

1. Het orkest

Er wachtte mij een onaangename verrassing. Bij aankomst in Seoul kreeg ik een mail van mijn contactpersoon bij het Gugak Center met de mededeling dat het orkest de dag daarop niet ging repeteren. Iets dat toch al heel lang voorzien was. Ik stond letterlijk met mijn mond vol tanden. Toen ik de verantwoordelijke hierover aanspraak, bleek die niet te weten wanneer de volgende repetitie zou doorgaan. De eerste repetitiedatum bleek onmogelijk te achterhalen!

De gebouwen waren onder water gelopen en daarom was het orkest naar het buitenland vertrokken. Maar hoewel ze ondertussen al teruggekeerd waren, bleken ze toch niet te repeteren. Ik ben er nooit achtergekomen wat er nu precies aan de hand was!

De verantwoordelijke zat daar heel erg mee verveeld en heeft dan maar het orkest van de KBS (vergelijkbaar met ons voormalig radio- en televisieorkest) gecontracteerd. Ik ben direct vertrokken om samen met hun communicatiedienst naar dit orkest te gaan luisteren. Tijdens de autorit heb ik zelfs nog nieuwe contacten kunnen leggen.

Uiteindelijk ben er dus in geslaagd dit orkest te horen spelen. De samenstelling is zoals onze orkesten maar in plaats van de violen hoorde ik haegums, cellis, ajengs, hobo’s, piris,…

Deze klank was heel nieuw en verfijnd, maar ook heel zacht…

Het Gugak Center heeft zich aan haar belofte gehouden een afspraak met de beroemde komungospeler Kim Joung jae te regelen. Zijn interpretaties dragen mijn voorkeur weg.

Toen ik hem sprak op de Korean National University of ARTS van Seoul heeft hij mij uitgenodigd om de volgende dag naar het universiteitsorkest te komen luisteren.

Dat was echt schitterend. Op deze manier heb ik een ander orkest met ‘hetzelfde geluid’ gehoord, maar dit orkest was heel levendig en passionerend. En als kers op de taart mocht ik mijn compositie opsturen; deze zal zonder enige twijfel uitgevoerd worden.

Conclusie: ik ben niet langer van plan mij enkel op het orkest van het Gugak Center te concentreren. Ik wil mijn compositie niet alleen naar hen, maar ook naar het KBS sturen. De kans dat het op de universiteit gespeeld wordt, is immers groot. Het stuk bestaat uit drie delen, de laatste wordt gezongen – hopelijk door de fantastische Lee Jun-a. De teksten zijn gebaseerd op dromen van mij.

Hieronder vind je een kort voorbeeld dat gaat over de twee Korea’s.

Les coups de canons

la terre arrive

ma tête rentre dedans et j'y reste

elle n'est pas prise par le feu

j'avale le feu

la terre est vide et résonne

j'entends les pas des milliers de gens

au centre de cette coquille vide

les cris des tortures et les coups de canon

les chants pansori

je crie hé ho hé ho quelqu’un est il là?

Personne ne répond, rien ne change

j'entends toujours le cri des canons et des séparations

Ik ben teruggekeerd naar Gugakwon om ze te bedanken voor deze onverwachte ontmoetingen en om de orkestleider kladversies te tonen van mijn werk. Ik heb wel nooit begrepen waarom ze nooit repeteerden. Maar aangezien er geen algemene repetities waren en de muzikanten toch alleen of met twee aanwezig waren in de verschillende lokalen heb ik de kans gegrepen ze delen van mijn compositie voor hun instrument voor te leggen om na te gaan of het wel speelbaar was. Zo hebben de piri-, ajeng- en kayagymspeelsters de partituren kunnen nalezen.

1. Le komungo

In het Gugakwon Center heb ik tijdens een geplande afspraak ook kennis gemaakt met een komungosolist maar dat was een grote ontgoocheling! Hij vertelde mij dat de partituur niet met de juiste sleutel geschreven was, dat het onspeelbaar was, enz. Ik ben heel ontgoocheld en sterk verrast teruggekeerd…

Later vernam ik dat dit niet helemaal terecht was. Het werk is speelbaar maar voldoet niet aan de conventies, bovendien kan de partituur in de twee sleutels (sol en fa) gespeeld worden.

Maar het grootste geschenk was toch het enthousiasme van de muzikanten van de Nationale Universiteit van Seoul. De uitmuntende komungospeelster Lee Junga en haar vriendin, de changospeelster Sori Choi, hebben zich met veel enthousiasme over de partituren gebogen. We hebben drie dagen lang samengewerkt en het eerste deel opgenomen. Dankzij de mp3-opname kan ik de hele partituur herwerken. De komungo is echt geen cello, je moet maar eens proberen daarop een dodecafonische reeks zoals van Webern te spelen. Volkomen onmogelijk, het instrument weigert elke medewerking! Dit erg guturale instrument met de twee middelste ‘zachte’ snaren kan niet zomaar enkele noten produceren, het begint meteen te trillen en doet zelfs de grond vibreren. Het is een ritmisch instrument en doordat het onmogelijk is om er snel op te spelen, zijn ook de ritmes en tempi beperkt.

Ik leer dit instrument dus stapsgewijs kennen.

Het duet dat we gerepeteerd hebben, zal in twee opgesplitst worden: een solo voor changoo, gevolgd door een solo voor komungo.

De ontmoeting met Kim Young-jae was ook een sterke ervaring. Hij heeft de partituur bekeken en maakte maar één opmerking: “gebruik enkel de sib, dat is aangenamer”. Ik vond hem nogal traditioneel maar waarschijnlijk heeft hij gelijk.

Toen hij mijn kladversie voor het orkest las, was hij veel aandachtiger dan bij de komungopartituur. Hij keek me aan en zei dat hij de geuren van de natuur kon ontwaren. Dat heeft mij diep geraakt.


Auteur : Baudouin de Jaer, compositeur-componist - Datum : 10 Dec. 2011